Deze klassieker onder de drankspellen speel je met 2 dobbelstenen en een beker. De hoogste waarde die je gooit is het tiental, de laagste de eenheid. Als je 4 en 6 gooit, wordt dit 64 punten en twee keer hetzelfde aantal is een honderdtal dus 1 en 1 wordt 100. Het hoogste dat je kunt gooien is Mex, de 1 en 2 oftewel 21. Een van de spelers begint met gooien van de dobbelstenen onder de beker. Hij kijkt naar zijn dobbelstenen, maar laat ze niet aan de anderen zien. De speler gooit bijvoorbeeld 3 en 6 dus 63 en zegt dit hardop. De volgende speler neemt de beker over en kan twee dingen doen. Hij gelooft de eerste speler en probeert hoger te gooien óf hij denkt dat de eerste speler bluft. In het laatste geval trekt hij de beker omhoog om te kijken. Als de eerste speler heeft gebluft dan moet hij drinken. Maar als het klopt dan moet de tweede speler drinken. Dan is het de beurt aan de volgende
Mexen